Bahnhof Berlin - Alexanderplatz |
1 De weg vragen
Oefen deze zinnetjes
2 Op het station
Oefen deze zinnetjes
1
An der Ampel fahren Sie geradeaus - Bij het stoplicht rijdt u rechtdoor.
Es steht ausgeschildert. - Het staat aangegeven.
Ich muss zur Stadtmitte. - Ik moet naar het centrum.
Ich muss zum Bahnhof. - Ik moet naar het station.
Links abbiegen. - Links afslaan.
An der Ecke direkt links. - Op de hoek meteen linksaf.
An der Kreuzung geradeaus. - Bij de kruising rechtdoor.
Im Kreisverkehr geradeaus. - Op de rotonde rechtdoor.
Über die Brücke rechts. - Over de brug rechts.
Sie nehmen die Erste rechts. - U neemt de eerste rechts.
Wissen Sie den Weg zum Bahnhof? - Weet u de weg naar het station?
2
Gern geschehen - Geen dank.
Hat der Zug Verspätung? - Heeft de trein vertraging?
Ich danke Ihnen für Ihre Hilfe. - Ik dank u voor uw hulp.
Ich hätte gern eine einfache Karte nach Bonn. - Ik had graag een enkeltje naar Bonn.
Ich hätte gerne ein Taxi.- Ik had graag een taxi.
Ich möchte Sie fragen wo die S-Bahn ist. - Ik wil u vragen waar de S-Bahn is.
Kommt der Zug rechtzeitig an? - Komt de trein op tijd aan?
Können Sie mir sagen wo der U-Bahnhof ist? - Kunt u me zeggen waar de metrohalte is?
Muss ich noch umsteigen? - Moet ik nog overstappen?
Wo ist Bahnsteig 4? - Waar is perron 4?
Wo kann ich den Fahrplan finden? - Waar kan ik de dienstregeling vinden?
Wo kann ich fahrkarten kaufen? - Waar kan ik kaartjes kopen?
Wo kann ich mein Gepäck abholen? - Waar kan ik mijn bagage afhalen?
Wann, um wieviel Uhr fährt dieser Zug ab? - Wanner, hoe laat vertrekt deze trein?
Was kostet eine Rückfahrkarte? - Hoeveel kost een retourtje?